Poesjenellen

Dziepie, Aquarianen Gent

Vandaag is het D-day, met zijn allen samen naar Antwerpen, naar de "Poesjenellen". De Poesjenellenkelder, een oord waar jong en oud op de korrel worden genomen tijdens de opvoering van een bizar poppenspel. Wij zijn gewaarschuwd!

Zoals gewoonlijk verzamelden alle deelnemers op de parking onder de E17 te Gentbrugge. Uw reporter was er veel te vroeg maar dat heeft te maken van de nu al beginnende beroepsmisvorming, kwestie van alles gezien en gehoord te hebben. Rond kwart na negen 's morgens vertrokken we door middel van "carpooling" naar de Sinjorenstad, zoals je ziet, Aquarianen Gent zijn milieubewust!

Aangekomen aan de parking van Melsele, gelegen "over 't Scheld", zoals de Antwerpenaren dat zo mooi zeggen, werden we verwelkomd door Staf en Chris Hoskens. Staf gaf ons een kort overzicht van wat we die dag allemaal konden verwachten. Zij zorgden ervoor dat we op de juiste tram terecht kwamen, namelijk tram 3, die ons via Zwijndrecht, onder de tunnel door naar de Groenplaats in Antwerpen bracht, 't Stad voor de ingewijden.

Daar aangekomen hadden we ruim de tijd u om te aperitieven en een middagmaal te nuttigen in het stadscentrum. Uw reporter hield het bij "Shoarma", die naar zijn mening verschilde van de meeste gerechten met dezelfde naam die je in Gent kan krijgen. Eén van mijn tafelgenoten dacht daar enigszins anders over, maar ja smaken verschillen nu éénmaal. Ter titel van inlichtingen, bij ons in Gent zegt men tegen een Shoarma gewoon "Pita"!

Om 14u30 was het dan zover, de rondleiding in Antwerpen kon beginnen. Wij konden kiezen tussen twee gidsen en kwamen terecht in de groep die gegidst werd door een zeer charmante dame. Het is onmogelijk om in een paar uurtjes een stad als Antwerpen helemaal te bezichtigen. Daarom maakte onze gids ons gaandeweg wegwijs langs de verschillende musea die Antwerpen rijk is. Na een korte uitleg over de geschiedenis van het stadhuis, waar zich het alom gekende "Schoon verdiep" bevindt, begaven we ons naar het Vleeshuis. Dit laatste werd gebouwd door de familie "Rukkers", een naam waar de Hollanders altijd hartelijk moeten om lachen, zo vertelde onze gids. In het vleeshuis loopt een permanente tentoonstelling, "De Klank van de stad" geheten, een reis door de tijd over de muziek in Antwerpen.

De tocht ging dan verder langs het museum van volkskunde, gevestigd in het huis van de voormalige Schippersgilde. Een museum waar je de zaken uit het dagelijkse leven van de Antwerpenaren kan bezichtigen en dit tot een heel eind terug in de geschiedenis. Verder kwamen we voorbij het Etnografisch museum, waar je de gebruiken en leefwijze van vreemde volkeren uit alle continenten kan bewonderen.

Het bezoek aan de Vlaaikensgang was zeker de moeite waard. De Vlaaikensgang is een stukje binnenstad dat men in de jaren '60 met de grond wou gelijk maken om er een garage neer te poten. Gelukkig werd daar een stokje voor gestoken en werd het geheel gerestaureerd tot wat het nu is. De Vlaaikensgang is een middeleeuws woonerf met een wirwar van steegjes en kleine woningen die het gewone volk huisvesten. De panden zijn nu omgevormd tot moderne woningen en restaurants.

In de hal van het Plantin-Moretus museum, gelegen op de Vrijdagmarkt kregen we de geschiedenis te horen van Christoffel Plantin, de stichter van één van de eerste drukkerijen in West Europa, De drukkerij kreeg toen de naam "De Gulden Passer" en ging in productie in 1571. Men drukte er allerlei boeken maar ook kaarten van onder andere Mercator. Na het overlijden van Plantin eind 16de eeuw werd de zaak overgenomen door de zijn schoonzoon Jan I Moretus. De drukkerij was operatief tot de tweede helft van de 19de eeuw. Gedurende die ganse periode was ze in het bezit van de familie Mauretus, wat een unicum is.

Gelukkig werd het gebouw niet verkocht aan de Amerikanen, zoals oorspronkelijk gepland, maar aan de Stad Antwerpen die er het museum van de geschiedenis van drukkunst vestigde. De familie Moretus was ook in het bezit van een aanzienlijk aantal werken van Pieter Paul Rubens, die een persoonlijke vriend was van Christoffel Plantin. Ten gevolge daarvan hangen er meer schilderijen van Rubens in het museum Plantin Moretus dan er in het Rubenshuis op de Wapper hangen. Niet alleen de inboedel maar ook de architectuur van het museum zijn de moeite waard, men kan er de evolutie van de renaissance bouwkunst naar de barokke bouwkunst bewonderen omdat de nazaten van Moretus de drukkerij verder uitbouwden in de stijl die tijdens hun leven "in" was.

Na al dat moois werd een welverdiende pauze ingelast in een plaatselijk "cafeeke" waar onze gids ons het verschil uitlegde tussen een "Sinjoor" en een "Pagadder". De eerste is geboren in Antwerpen van Antwerpse ouders en de laatste is in Antwerpen geboren maar niet uit twee Antwerpse ouders. Onze staf is naar eigen zeggen "nen Pagadder".

We kregen verder nog uitleg over de geschiedenis van het in de middeleeuwen gestichte Sint Elisabethgasthuis, daterend uit de 13de eeuw, dat oorspronkelijk OLV op 't Stocksken heette. Pas in de 14de eeuw werd het tot Sint Elisabethgasthuis omgedoopt door de toenmalige "Gasthuiszusters". In de 15de eeuw brak de pest uit in Europa en de zusters bezweken één na één tijdens hun verzorgingstaak. In de 16de eeuw kregen de zusters te kampen met tegenstand van de Calvinisten die onder ander de kapel van hun klooster plunderden. In de 19de eeuw, ten tijde van Keizerin Maria Theresa kregen de zusters weer een zekere welstand om die terug te verliezen tijdens de Franse overheersing, in de 19de eeuw. In de tweede helft van de 19de eeuw, onder Hollands bewind, kregen de zusters opnieuw welstand en speelden ze een belangrijke rol gedurende de cholera epidemieën die onze streken troffen. Vandaag fungeert het oude ziekenhuis, deels als museum, deels als accommodatie voor voordrachten, bruiloften en andere feesten. In de kapel kan men regelmatig concerten bijwonen.

Via de botanische tuin gingen we nog langs het Rubenshuis aan de Wapper en keerden we terug naar de Grote markt, van waaruit wij ons allen naar restaurant De Pelgrom begaven, die ondergebracht is in middeleeuwse kelders. Wij hebben er lekker getafeld in een gezellige sfeer, mede dankzij de mooie renaissancemuziek en de vele kaarsjes, het was tevens een gezellig samenzijn van vrienden onder elkaar.

Na het lekker eten was het dan zover, met z'n allen naar de Poesjenellenkelder, gelegen onder Café Den Bengel, naast Café Den Engel. De poppentheatergroep "Straffen Toebak" speelt er drie stukjes voor groepen volwassenen in het plat Antwaarps dialect. Het spel wordt gebracht door 60 cm hoge stangpoppen, Poesjenellen genaamd, naar de eerste pop in zijn soort "Poesje Nelle" en wordt opgevoerd in 3 bedrijven, waarbij een aantal aanwezigen op de korrel worden genomen met anekdotes en weetjes. De Poesjenellekelders waren vooral in gebruik in de 18de eeuw en dienden als volksvermaak. In het begin van de 19de eeuw waren er een veertigtal, gevestigd in de verschillende Antwerpse volksbuurten. De Poesjenellen zijn geïnspireerd op hedendaagse figuren, zo is er Fonne de facteur, Natte Net (die meestal liggend werk verricht!) en nog enkele andere charels. In het spel worden toespelingen gemaakt op sommigen van de aanwezigen, hoe meer toespelingen, hoe meer leute!

"Den Staf is nen twiezak omdat em zoewel de Gentenaren als die van Antwaarpe geire ", "Romain ziet graag shoon grieten"€en "Jeanine iet veur had mee heuren otto, gestolen of wa?"
En den dziepie zijn handen stoan averechts en zijn Mia kan giene cake bakke, moar wel... Zo ziet u maar dat ook uw reporter niet gespaard bleef van lafhartige roddels en spot!

Kortom het was een schitterende voorstelling waarvan de aanwezige Aquarianen ten volle genoten hebben. Zo zie je maar dat de Aquarianen Gent niet vies zijn van een stukje cultuur. Het was een leerrijke en gezellige dag onder vrienden, we zien al uit naar een vervolg maar dan wel in Gent!

Sommigen onder ons zijn nog een pint gaan pakken "mee de Staf", helaas had ik 's anderendaags nog enkele verplichtingen en ben ik samen met een aantal anderen braafjes huiswaarts gekeerd.

Langs deze weg een woordje van dank aan Staf Hoskens, onze gids en bezieler van deze uitstap en ook aan Pierre Haeck die zijn steentje bijdroeg in de organisatie van een zeer gezellige, plezante dag.