Een filter voor de tuinvijver

Met dank aan Eddy Tassenoy - Betta Buggenhout

Tuinvijvers: het wordt zowat een rage. Zie maar eens om je heen. Het is natuurlijk overdreven te zeggen dat haast elke tuin zijn vijvertje heeft. Dat is (nog) niet zo. Maar aan het tempo dat er de laatste jaren gegraven wordt kan er over enige tijd wel eens een nieuwe spreuk geboren worden. Zoiets in de zin van: "Ieder tuintje heeft zijn vijvertje".

En inderdaad, vissen hebben "iets" om mensen tot rust te laten komen. Dat ondervind je in de huiskamer bij het gadeslaan van het aquarium. De stap naar buiten toe is dan vlug gezet. Het is heerlijk in de zomer: met een koel pintje in de ene en wat viseten in de andere hand aan de rand van de vijver te zitten en de vijverbewoners te voeren. Ze hebben het vlug door wanneer je er bent en komen speels hun eten van het wateroppervlak pikken.

Maar...ieder huisje heeft zijn kruisje, en ook de vijver is niet vrij van problemen. Ik ga het hier niet hebben over de bouw van de vijver of de integratie ervan in de tuin of over de inrichting ervan, neen. Dat waren problemen die in feite moesten opgelost worden voor de eersxte spade de grond inging.

Wat echter na een poosje (en vooral in de zomer) aardig op de zenuwen kan gaan werken en zodoende het rustgevende effect van de vijver teniet doet is het groen worden, het bloeien, het bealgen van het water. Er zijn nu zogenaamd wel (wonder)middeltjes in de handel die dit zouden tegengaan en/of oplossen, maar uit ondervinding weet ik dat enkel je portemonnaie van kleur verandert, en niet het vijverwater: dat blijft of wordt na enkele dagen terug groen.

En het is wel logisch dat een proces dat zich overal in de natuur voltrekt onder invloed van de wisselwerking tussen allerlei faktoren waarover ik in het kader van dit artikel niet verder ga uitweiden, zich niet laat wijzigen door enkele cc van een of ander produkt.

Meestal kunnen specifiek voor je eigen vijver velerlei faktoren niet meer gewijzigd worden. De vijver is nu eenmaal ergens op een bepaalde plek ingeplant om een bepaalde reden die van allerlei aard kunnen zijn (praktisch, esthetisch.). En dat kan natuurlijk niet meer gewijzigd worden, tenzij met heel veel arbeid (nieuw putteke graven om de andere te vullen bv., en dan maar afwachten en hopen dat de keuze van de nieuwe standplaats de goede is...)

Kunnen we binnenshuis nog enkele zaken in de hand houden (belichting, filtering en binnen zekere grenzen de watersamenstelling), dan is dit voor de vijver niet zo gemakkelijk of vanzelfsprekend. Het zonlicht laat zich niet regelen door een tijdschakelaar, en de waterkwaliteit is ook niet altijd ok (breng maar eens een staal mee van het water van je tuinvijver en kom je verbazen over de extreme pH-waarden). Het enige dat nog rest is de filtering van het water. Gelet op de inhoud van sommige vijvers is dat wel gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Een eerste natuurlijke filtering die de groene algen tegengaat is gebruik maken van bepaalde planten. Daarom mogen (een massa van) zuurstofleverende planten als waterpest, hoornblad, e.d. zeker niet ontbreken in de vijver. Ook het inbrengen van watervlooien geeft zekere resultaten. Maar meestal worden deze met alle plezier verorberd door de aanwezige vissen zodat hun nut maar van heel korte duur is.

Blijft dan nog te filteren met de technische middelen die heden ten dage ter beschikking staan van de tuinvijverliefhebber.

Maar hier zijn zoveel typen op de markt die in de praktijk soms volstrekt nutteloos blijken.

Een fonteinpomp, eventueel gecombineerd met een voorfilter (dat in de praktijk snel verstopt geraakt en derhalve veel onderhoud, uitspoelen van de sponzen, vergt) heeft enige baat en geeft ook een extra dimensie aan de vijver: een fontein spreekt tot de verbeelding. Maar de waterlelies in de buurt van de fonteinregen gaan hier zeker onder leiden en vertikken het om hun bloemen te openen omdat zij nu eenmaal niet houden van nattigheid op hun bladeren.

Een "gesloten" filtersysteem zoals we kennen van het aquarium wordt ook al eens gebruikt. Ook hier het nadeel dat de filterpot (die werkelijk niet groot genoeg kan zijn) snel verstopt geraakt en daardoor ook een regelmatig onderhoud vraagt. Bovendien moet de pomp van dergelijke kwaliteit zijn dat zij niet alleen duur in aanschaf is, maar ook met veel stroom gaat lopen, wat bij constant gebruik de electriciteitsrekening de hoogte injaagt.

Meerdere van deze systemen werden reeds door mij uitgetest maar het water in mijn vijver bleef groen. Om grijze haren van te krijgen.

Tot ik in AQUARIUMWERELD het artikel las over "het filteren van vijvertjes in terraria". Ik heb dan maar besloten om zelf mijn filtersysteem te bouwen. Nou ja, "mijn" is wat veel gezegd. Ik heb enkel de afmetingen wat aangepast aan de inhoud van mijn vijver (2500 - 3000 l). Anderzijds wordt dergelijk filtersysteem ook met succes gebruikt voor het filteren van een aquarium.

Maar goed, ik hoop dat ik je belangstelling zowat gewekt heb en zoals ik mij uit alle spannende feuilletons uit mijn jeugdjaren herinner zeg ik op het einde van het eerste deel van dit artikel "come and see next month". In de volgende uitgave van ons clubblad zal ik dan stap voor stap vertellen hoe ik dat filtersysteem heb ineengeknutseld. Je hebt dan zeker nog alle tijd om voor de zomer ook iets dergelijks te fabriceren om straks ten volle te profiteren van je goudvissen, al vertoeven ze op de bodem van je vijver.

Om de spanning er niet langer in te houden ga ik onmiddellijk een overzichtje geven van de materialen die ik gebruikte:

  • een dompelpomp
  • een oud, niet meer gebruikt aquarium
  • enkele meters darm
  • glasstrips
  • siliconen
  • muggengaas
  • Verder argex-korrels en perlonwatte als filtersubstraten.

Nu wat meer uitleg.

Het hart van het systeem werd een dompelpomp. Er werd natuurlijk eentje gekozen die voldoende debiet heeft en die het water minimaal een meter kan omhoog stoten.

Deze pomp stuwt het water naar het eigenlijke filtergedeelte dat buiten de vijver is opgesteld (uit esthetisch oogpunt bv. tussen struiken om het zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken). Dit onderdeel is gemaakt van een oud aquarium (70x30x30) dat op zijn kant werd geplaatst en waarin vervolgens met siliconenlijm glazen strips werden gelijmd waarop straks de filterschuiven zullen rusten. Hoe meer van die schuiven kunnen aangebracht worden, des te beter natuurlijk, omdat er dan meer filtersubstraat kan gebruikt worden.

De schuiven zelf werden gemaakt als zeven: een glazen kader met daartussen het muggengaas gespannen. Er werd glas gebruikt omdat dit gemakkelijker te lijmen is met siliconenkit, maar vooral omdat het waterbestendig is. Het op maat snijden is weliswaar moeilijker. Anderzijds zijn houten kaders wel gemakkelijker te monteren maar natuurlijk niet zo waterbestendig, en daardoor vlugger aan vervanging toe. Het gebruik van inox is natuurlijk niet verboden, maar voor de gewone doe-het-zelver zeker moeilijker te realiseren.

Onderaan het aquarium werd een deel dichtgemaakt met een stuk glas, zodat een vergaarbak ontstond. In een hoek werd een stukje glas weggesneden om de darm in te bevestigen die straks het gefilterde water terug naar de vijver moet leiden.

Hoe werkt nu deze filter?

Eigenlijk heel eenvoudig.

De dompelpomp - juist onder het waterniveau geplaatst in een kleine, met muggengaas afgespannen ruimte om de pomp te behoeden tegen grof vuil (vb. afgestorven planten, bladeren) en om zodoende het onderhoud te beperken - stuwt via een darm het water naar het aquarium op de oever van de vijver. Deze darm is aan het uiteinde als een spiraal opgerold (uiteinde dichtbranden!). Het spiraalgedeelte werd op een stuk glas vastgelijmd dat nadien op zijn beurt tegen de bovenkant van het filteraquarium zal geplakt worden. In deze spiraal werden een hoop gaatjes geboord waardoor het water druppelt en via verschillende schuiven naar beneden valt en, inmiddels gefilterd, opgevangen wordt in de vergaarbak. Deze moet voldoende hoog zijn (bij mij + 20 cm) om te verhinderen dat er meer water in de bak komt dan er kan afgevoerd worden. Het water in deze vergaarbak loopt namelijk maar traag terug naar de vijver. Deze "terugloopsnelheid" wordt enkel bepaald door de druk van het gewicht van het volume water in de bak.

Alhoewel het water slechts traag (aan de overzijde) in de vijver terugloopt houden de vissen zich graag op dit plekje op. Waarschijnlijk omdat dit water zeer veel zuurstof bevat. En dat was het doel van de filter: niet alleen het water ontdoen van onreinheden maar ook verrijken van zuurstof, waardoor het wat meer de kwaliteit krijgt van het water uit een kabbelend beekje. En dit water is, zelfs in de natuur, weinig of nooit groen van de algen. Als filtermateriaal werd in de bovenste en onderste schuif perlonwatte aangebracht om het grof vuil uit het water te filteren. In de overige schuiven (een viertal) werden argex-korrels gelegd die de bacteriën vasthouden die uiteindelijk het water zullen filteren. Waarom argex-korrels, en geen ander filtermateriaal? Eenvoudig, omdat het overal te verkrijgen, en hoegenaamd niet duur is.

Als je zou overwegen om dergelijk filtersysteem uit te proberen, schrik dan niet als je niet onmiddellijk het resultaat krijgt dat je verwachtte. Het duurt enkele weken vooraleer de filter "rijp" is en zijn werk ten volle uitvoert.

Nu ben ik de laatste om te beweren dat deze wijze van filteren het van het is. Ieder filtersysteem is vatbaar voor wijzigingen, lees verbeteringen. Maar van een ding ben ik zeker: voorbije zomer genoot ik van een vijver waarvan het water tot op de bodem (-1,20 m) helder was. Dit kon ik met een ander filtersysteem nooit bewerkstelligen.

Daarom durf ik wel te stellen dat mijn huidig gebruikt filtersysteem in samenwerking met een massa waterpest en hoornblad (zie deel 1) van mij de gelukkige bezitter maakte van een vijver zonder water met een kleur als groene erwtensoep, maar met deze van een heldere consommé met plukjes groen en grote vis(extracten).